Lijk in de kast ?

Nieuwsbrief  Platform Professioneel Coachen, Managementcentrum VNO-NCW, Jaargang 6, nummer 1, voorjaar 2006

www.debaak.nl/ppc

Wil je eens met mijn gezin praten om na te gaan of er geen lijk in de kast ligt?
Het is de vraag van een 60 jarige directeur-eigenaar van een bedrijf met 20 werknemers.
Hij is stapsgewijs bezig de aandelen over te dragen aan zijn 32 jarige zoon.
Zijn dochter werkt ook in het bedrijf. Ze heeft volgens hem geen belangstelling het over te nemen. Evenmin als de vriendin van zijn zoon of de vriend van zijn dochter.

De directeur is extra gemotiveerd om de vraag over het lijk te stellen. Sinds de oprichting van zijn bedrijf 30 jaar geleden zijn er problemen gebleven tussen hem en een van zijn eigen broers. Die wilde destijds hetzelfde bedrijf oprichten. Samen in één bedrijf wilde geen van beiden. Sindsdien hebben ze nauwelijks contact meer met elkaar!  Een familiebreuk bij de bedrijfsoverdracht wil hij kost wat kost in z’n eigen gezin voorkomen.

Een mooie vraag voor een coach.

Met de zes familieleden voer ik afzonderlijke gesprekken.

De dochter heeft twee vragen aan haar broer en aan haar vader.

Als werkneemster wil ik ook na de overdracht aan mijn broer graag de vrijheid behouden om mijn eigen werk in te richten; ook als er een nieuwe financieel economisch medewerker bij komt.

Wat gebeurt er met mij als mijn broer het bedrijf binnen vijf jaar na de overdracht aan derden zou verkopen?

Voor de schoondochter en schoonzoon is het wenselijk dat liefde en zaken gescheiden blijven: huwelijkse voorwaarden dus.

De directeur en zijn vrouw kijken uit naar de overdracht, hun pensioen en de komst van het eerste kleinkind.

We zitten om de keukentafel om het eindrapport te bespreken. De afspraken worden zwart op wit gezet.

Na afloop komt de fles op tafel.

Stuur de factuur maar naar mijn huisadres. Ze hoeven op het bedrijf niet alles te weten.
Piet Jeuken
www.o-leng.nl
p.jeuken@o-leng.nl